Flink uitgepakt

Lekker eten en drinken vinden we belangrijk bij Woonzorg Zieuwent. Vroeger was dat in de pastorie niet anders. ‘Vooral als alle buurtpriesters kwamen eten werd er flink uitgepakt. Dat gebeurde zo’n zes keer per jaar met kerkelijke feesten, zoals het veertigurengebed’, vertelt Fiene Vos – Wopereis. Van 1956 tot en met 1959 was ze hulp van de huishoudster in de pastorie. ‘Ik kookte samen met de huishoudster. Ze leerde me alles, zoals het klaarmaken van asperges. Die kende ik helemaal niet. Ik herinner me nog dat we enorme hoeveelheden moesten schillen. Soms deed ik het iets te royaal en dan bleef er weinig van de asperge over. Er werd ook vaak paling bezorgd. En van de boeren kreeg pastoor Kaalberg na de slacht het beste stukje vlees.'

Geborduurd schort

'De heren, zoals de buurtpriesters genoemd werden, kregen een goede sigaar en een goed glas wijn uit de wijnkelder. De tafel werd gedekt met prachtige serviezen en zilver bestek. Voor het opdienen droegen wij een zwarte jurk met een geborduurd schort dat ik speciaal heb laten maken. Geweldig vond ik dat.’ Ook Willemien Heukshorst, huishoudster van pastoor van den Hengel van 1972 tot en met 1993, heeft veel voor grote gezelschappen gekookt. ‘De bisschop kwam hier regelmatig chique dineren met zijn chauffeur, bijvoorbeeld na het vormsel. Meestal maakte ik ossenstaartsoep, rollade en langevingerpudding met rum en slagroom, want dat kon ik goed. Etentjes vonden meestal in de zaal plaats aan een mooi gedekte tafel, maar pastoor van den Hengel at het liefste gewoon in de keuken.’